le·ven·dig bn, bw 1 beweeglijk, druk 2 krachtig, duidelijk: ik kan mij dat ~ indenken
Ze is mijn suikerdochter en ik ben haar suikermoeder. Met deze woorden geven wij onze bijzondere band een naam. Ze zit tegenover me op de bank, 14 jaar, en vol ongeduld: ze kan niet wachten tot ‘later’. Haar leven is nu namelijk enórm saai. Ze heeft een ‘schoolprogramma’, een ‘huiswerkprogramma’, een ‘eetprogramma’ en een ‘slaapprogramma’. Ze snakt naar Léven. Naar ‘het echte werk’. Dan kijkt me mij aan: ‘zoals jij dat doet’, zegt ze.
Ze is de tweede in twee weken en dat zet me aan het denken. Een week terug kreeg ik een verlate verjaardagskaart van m’n ‘heel-lang-geleden-en-nog-steeds-geliefde’ schoonmoeder. Zo eentje waaruit een betrokkenheid en warmte spreekt die me raakt. Sinds ik aan het broeden ben op het thema van deze blog, valt mij vooral de volgende tekst op: ‘… is je leven nog altijd zo spannend’. Nu geloof ik niet dat m’n leven spannend is. Wel dat m’n leven levendig is. Nogal. Net als ikzelf ben.
Ik realiseer me dat wat m’n suikerdochter zo even snel benoemt, in feite een probleem van het westelijk halfrond is. Mensen leven hun leven, en het ontbreekt al gauw aan glans en levendigheid. Het effect van een niet totale betrokkenheid bij hun eigen leven. Levend op de automatische piloot ben je geen kapitein meer op je eigen schip. Als schoolgaande tiener kun je het leven zeker zo ervaren. Maar hebben we als volwassenen niet een andere keuze? Kunnen we dan niet eindelijk ons leven in eigendom nemen?
Hoe krijg je die levendigheid weer, die vitaliteit, die in elk moment besloten ligt, zelfs al doe je elke dag letterlijk hetzelfde? Hoe komt het dat mijn leven zo ‘spannend’ is in de ogen van m’n ex-schoonmoeder?
Om iets te beleven, moet je er in de eerste plaats zijn. Je niet terugtrekken uit een ervaring die je als minder plezierig ervaart. Je niet terugtrekken uit wrok, angst of teleurstelling om zo ‘erger‘ te voorkomen. Niet fysiek hier zijn en met je aandacht zo ongeveer op een andere planeet zitten. Om te leven is het nodig dat je ‘dat wat er is’ be-leeft. Waarneemt wat er gebeurt. In jezelf. Hoe je reageert. Van binnen. Spanning die ontstaat in je lichaam, misschien dat je die waarneemt als lichte druk. De verandering van je ademhaling. Haartjes die omhoog gaan staan. Gedachten die door je hoofd schieten. Een plotselinge golf van verdriet of boosheid. Je be-leeft en blijft erbij. Voelt hoe het ook weer anders wordt. Je reageert er niet op. Je blijft kijken. Je doet er niets mee. Althans niet in eerste instantie. (Wel in tweede instantie, maar dat past niet in deze blog. Daarvoor klim ik een andere keer in de pen). Je neemt waar en je aanvaardt. Je be-leeft. Be-leven is de korste weg naar Leven.
Nieuwe dingen vallen op. Ze trekken je aandacht. je wilt ze hebben, want ze maken je blij. Nieuwe schoenen. Een nieuwe tas. Een iPad. En als het dan een paar weken om je heen is, dan merk je het steeds minder op. Het wordt gewoner. Totdat het zodanig ‘bij je hoort’, dat je het niet meer opmerkt. Het is niet ‘nieuw’ meer. En je bent – als je niet oppast – ook niet blij meer. Je ziet je oude nieuwe tas in de kamer staan, maar je ziet hem niet werkelijk meer. Niet meer de mooie kleur, het gave stiksel, de stoere vakken, het zachte leer. Het is een tas, oké, het is zelfs een goede tas. En dat is dat. Handig. Je pakt hem en gaat snel de deur uit. Hoe anders voelde dat in het begin. En misschien dat jij dat niet zo hebt, met tassen en schoenen. Maar je kent het vast. Met een nieuw idee. Een boek. Of een nieuwe bezigheid.
Het gebeurt als je niet oppast ook in contact met vrienden: je denkt ze al zo goed te kennen, dat je ze ziet als weerspiegeling van je gedachten over hen, en niet als nieuw, fris. Dat maakt dat je niet echt openstaat voor het huidige moment en werkelijk contact.
Dat nieuwe gevoel, toen je nog echt kon zien hoe bijzonder die vriend of vriendin is of proeven hoe lekker die koffie bij Tape is, dat gevoel kun je trainen. Vraag jezelf steeds weer: zie ik ze zoals ze op dit moment zijn, of ligt er een waas van m’n verwachtingen en meningen over ze heen? In meditatie-kringen noemen ze die frisse, open houding de ‘beginners mind’. Ik vind het heerlijk om te oefenen met naar huis fietsen en m’n eigen straat steeds opnieuw te beleven.
Door weer betrokken te zijn bij wat je doet, verbonden te blijven met jezelf, en door de mensen en situaties om je heen steeds als nieuw te ervaren, wordt je leven steeds leuker. Lévendiger. Laat ze het ‘spannender’ noemen.
Op mijn koelkast hangt een van m’n favoriete spreuken van Loesje: ‘Leven is meervoud van lef’. Het vraagt lef om alles te beleven, opmerkzaam te blijven. Maar het geeft jou en je leven die levendige, vitale kwaliteit.
Levendigheid ~ beweeglijkheid. Moet die persé afnemen bij het ouder worden? Volgens mij niet. Ik hoop m’n esprit te houden tot na m’n 100e ;-) En jij, hoe zorg jij voor je ‘bruis’?
Happy Qi,
p.s. Ten tijde van het bouwen van deze nieuwe website is m’n suikerdochter bijna 19 jaar